‘Hij zal mij verheerlijken,
omdat hij van mij zal ontvangen
en aan jullie verkondigen.
Alles wat de Vader heeft, is van mij;
daarom heb ik gezegd,
dat hij van het mijne ontvangen heeft
en aan jullie verkondigt’.
Johannes 16, 14-15
‘Verheerlijken’, – daar is dat moeizame woord weer. Reeds in de joodse bijbel betekende ver-heer-lijken: datgene wat een mens (en God) aanzienlijk maakt en gewicht geeft. Heerlijkheid is: gezag, het voor het zeggen hebben. Het is de eigenschap van de Eeuwige, die schraagt wie dreigen te vallen en de gebogenen opricht.
Heerlijkheid heeft iets superieurs, van boven de situatie staan. Het heeft te maken met eer en roem en met de bezinging die de mens met name aan God kan schenken: ‘mijn God, gij zijt groot en geweldig’ (Ps.104,1). Heerlijkheid is een gewichtsverplaatsing: ere wie ere toekomt, eer-bewijs. Wie verheerlijkt wordt, wordt met eer bekleed en/of herkend als drager van eer. Dat Jezus’ leven en dood zijn verheerlijking zijn, wil zeggen dat hij daarom geëerd wordt en zal worden: zij vormen geen afgang, geen nederlaag, maar een ereblijk en een hoogachting. Om dat leven en die dood zal hij ge-eer-biedigd worden.
Daarom heeft Jezus al gezegd, dat zijn heengaan – dat is: zijn leven en zijn dood – zijn leerlingen en hun opvolgers tot grotere werken zal brengen dan hij zelf gedaan heeft (14,12). Zijn heengaan is immers een verheerlijking, een uitspreiding van wat hij tot dusver gedaan heeft. Hij is geen tragisch omgekomen profeet, maar iemand die zijn leven tot een vruchtbaarheid brengt die alle grenzen te buiten gaat.
Wie na hem komen en zijn naam willen hooghouden, delen in die verhoging en vergroting van zijn leven. Dat wil zeggen – gewoon menselijk gesproken – dat het na Jezus’ dood en door Jezus’ dood alleen maar beter zal worden: zijn naam zal verspreid worden, zijn manier van leven doorgezet, en wat hij geweest is, is met zijn dood niet opgehouden, maar vermenigvuldigd. Het zal alles ‘groter’ worden, meeromvattend en onbegrensder, dan het tijdens zijn leven is geweest. Na twintig eeuwen gaat hij alle grenzen te buiten. Als er één mens geweest is, die vrijwel de ganse geschiedenis heeft aangeraakt, dan is hij het wel.