‘Staat op, laten wij hier vandaan gaan’.
Johannes 14,31b
Dat gebeurt dus niet. In het verhaal spreekt Jezus gewoon verder; althans, er is niets dat erop wijst dat hij met zijn leerlingen de avondmaalszaal verlaten heeft en onderweg? elders? zijn toespraak heeft voortgezet.
Commentatoren hebben zich in allerlei bochten gewrongen om te verklaren hoe na deze (slot?)woorden nog drie hoofdstukken kunnen volgen met… een tweede afscheidstoespraak?… of een repetitie van de eerste?… of een tussenwerpsel uit andere bronnen?
Niemand weet het. Sommigen hebben de teksten verschoven; anderen hebben verondersteld dat Jezus het nu volgende niet in de avondmaalszaal, maar onderweg naar Getsemane gesproken heeft. Niemand weet het en het doet ook niet echt ter zake.
Zoals het ganse verhaal van Johannes, is ook dit geen woordelijk verslag van wat er op die laatste avond is gezegd en gebeurd. Eén ding is zeker: deze tekst is op schrift gesteld meer dan vijftig jaar na Jezus’ dood. Misschien heeft de uiteindelijke samensteller of secretaris van de tekst de beschikking gehad over velerlei bronnen – herinneringen, verhalen, geschreven of doorvertelde fragmenten -, en heeft hij – wellicht met medeweten van de oude Johannes – het geheel geordend of aaneengelast zonder te letten op logica of bondig formuleren, relieken bewaard en aan elkaar gevoegd, niet om een onberispelijke afscheidstoespraak van Jezus weer te geven, maar om vooral niets te vergeten en recht te doen aan al wat over deze laatste avond in omloop was.
Het is misschien oneerbiedig om te zeggen, maar het geheel ziet er veeleer uit als een verzameling bunte Blätter, uit eerbied en heimwee bijeengezameld, dan als een van a tot z bondig en stringent betoog. De avond was te kostbaar en al wat daarover was herinnerd of verteld te vermeldenswaard om er iets van weg te laten of te verzuimen. Dan maar een wat minder samenhangend verhaal, moet de uiteindelijke redacteur gedacht hebben, liever dan één woord van wat over deze avond bewaard was te vergeten.
Daarom begint, zelfs na (het al dan niet) het opstaan van Jezus, weer en voor de tweede maal de afscheidsgroet.